Compensatie voor transitievergoeding na twee jaar ziekte

Op 5 juli 2018 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel dat werkgevers compensatie biedt voor betaalde transitievergoedingen na twee jaar ziekte.

Inhoud wetsvoorstel

Op grond van dit wetsvoorstel kunnen werkgevers kunnen een compensatie aanvragen voor de transitievergoeding die zij werknemers betalen bij ontslag op grond van langdurige ziekte. Het maakt daarbij niet uit op welke wijze de beëindiging van de arbeidsovereenkomst heeft plaatsgevonden: via UWV, kantonrechter, met wederzijds goedvinden of door een einde van rechtswege.

De compensatie is gelijk aan de vergoeding die de werkgever heeft betaald, maar is wel gemaximeerd op de hoogte van wettelijke transitievergoeding op het moment dat de loondoorbetalingsplicht eindigt. Als een werkgever besluit de medewerker daarna nog in dienst te houden, dan is de compensatie die de werkgever krijgt, toch gemaximeerd. Hiermee wordt beoogd “slapende dienstverbanden” tegen te gaan. Als aan de werkgever een loonsanctie is opgelegd, dan telt deze periode niet mee voor de compensatie. De hogere transitievergoeding is dan immers aan de werkgever te wijten.

Ook zal de compensatie niet meer bedragen dan het bedrag aan brutoloon dat tijdens de ziekte van de werknemer is betaald door de werkgever.
Om voor compensatie in aanmerking te komen, moeten werkgevers een aanvraag indienen bij het UWV. De werkgever zal daarbij stukken moeten overleggen waaruit blijkt dat de beëindiging is gelegen in langdurige arbeidsongeschiktheid.

Om alvast zoveel mogelijk te (kunnen) anticiperen op de aanspraak op compensatie, is het verstandig om in de beëindigingsovereenkomsten die worden gesloten met langdurig arbeidsongeschikte werknemers, expliciet op te nemen dat het einde van de arbeidsovereenkomst en het betalen van de vergoeding is gebaseerd op de langdurige arbeidsongeschiktheid (en dus niet op een andere reden voor beëindiging).

Financiering

De compensatie voor werkgevers komt uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Hier staat een verhoging van de uniforme Awf-premie tegenover.

Terugwerkende kracht

De regeling zal terugwerkende kracht hebben zodat werkgevers na ingangsdatum van de regeling ook nog compensatie kunnen gaan aanvragen voor transitievergoedingen die zij hebben betaald sinds 1 juli 2015.

Werkgevers die vóór 1 april 2020 transitievergoedingen hebben betaald aan vertrekkende langdurige zieke medewerkers hebben tot 1 oktober 2020 de tijd om compensatie daarvoor aan te vragen. Voor de oude gevallen geldt een beslistermijn van zes maanden voor UWV, nu bij aanvang van de regeling een grote hoeveelheid aanvragen worden verwacht.

Tot slot

Het wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer. De Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) bespreekt op korte termijn de verdere procedure. Als de Eerste Kamer ook instemt zal de nieuwe wetgeving naar verwachting (op zijn vroegst) vanaf 1 april 2020 gaan gelden.